Het oude stadhuis
Het vroegere Raadhuis of Schepenhuis
Het Oude Stadhuis van Zutphen is een prachtig gebouw met fraai beeldhouwwerk aan de gevel. Het complex op de hoek van het ‘s-Gravenhof en de Lange Hofstraat, is samengesteld uit verschillende onderdelen. Het oorspronkelijke middeleeuwse deel bestaat uit drie evenwijdige hallen, die deels stammen uit de 14e eeuw en in de 15e eeuw grondig verbouwd werden.
Het noordelijke deel, de Vleeshal thans Burgerzaal, heeft een mooie, houten bekapping. De bakstenen voorgevel met getraceerde nissen en een bekroning van trappen met pinakels is in 1896 gerenoveerd. In de Middeleeuwen werd in de Vleeshal onder streng stadstoezicht vlees gekeurd en verkocht. Later werd in deze zaal recht gesproken door de schepenen van de stad. De Burgerzaal wordt nu gebruikt voor tentoonstellingen, concerten en ontvangsten van de gemeente Zutphen.
De middelste en de zuidelijke vleugel waren oorspronkelijk ook voorzien van trapgevels maar die werden in het begin van de 18e eeuw uitwendig gemoderniseerd door bepleistering en het aanbrengen van een kroonlijst met consoles. Ook bouwde men toen tegen de zuidelijke vleugel aan de kerkzijde de gedeputeerdenkamer, bestaande uit een middengedeelte met vooruitspringende zijvleugels, waartussen een lager, zandstenen portiek voorzien van dubbele deur en met rijk beeldhouwwerk werd aangebracht. Boven de omlijsting staat het Wapen van de Graafschap. Hier waren de vergaderkamers van de gedeputeerden van de vier Gelderse kwartieren (Zutphen, Arnhem, Nijmegen en, tot 1583, Roermond).
In de negentiende eeuw was het hele complex zo bouwvallig geworden, dat men overwoog het te slopen en een nieuw stadhuis te bouwen. Deels door geldgebrek gingen deze plannen niet door en werd besloten om de gebouwen toch te restaureren. Aanvullende nieuwbouw kwam in de jaren 50 van de vorige eeuw tot stand.
Het nieuwe stadhuis
Een modern pand in een historische setting
In maart 1999 kreeg Zutphen officieel een nieuw stadhuis op de plaats waar het thuis hoort: het ’s-Gravenhof, waar vanaf het ontstaan van de stad het bestuur zetelde. Na lang zoeken buiten de oude binnenstad werd in 1994 uiteindelijk toch voor deze plek gekozen. Dat het gemeentelijk bestuur in het centrum moest blijven, was een belangrijke drijfveer.
Architect Thomas Rau kwam met een gewaagd ontwerp dat op de plaats waar een allegaartje aan deels historische panden stonden, nieuwbouw met een deel van de bestaande panden verbond. Vooral de manier waarop het stadspaleis van de Heeren van Bronckhorst is geïntegreerd in de nieuwbouw is spectaculair. De gevel vertoont tegenstellingen in elementen en gebruikte materialen. De “harde” elementen zijn de vier toegangen tot het gebouw die zijn voorzien van grote groenen constructies van milieuvriendelijk gepatineerd koper. Het “zachte” element zijn de golvende en schuin oplopende gevels waarvan de witte kleur refereert naar de witgepleisterde panden op de IJsselkade. De ramen in de gevels zijn van onbehandeld cederhout en representeren, volgens de architect, ja- en nee-ramen; ja-ramen zijn vlakke ramen die de gevel volgen terwijl nee-ramen buiten de gevel uitsteken.
Vanuit de toegangen komen koperen banden samen in de hal van het gemeentehuis. Op het kruispunt van deze “energielijnen” staat een kunstwerk getiteld Respiro. Langs de ronddraaiende houten spiraal stroomt lucht terwijl aan de buitenkant van de glazen kolom water stroomt. Het object regelt zodoende op natuurlijke wijze de lucht- en waterhuishouding van het gebouw. Het hele ventilatiesysteem loopt op zonne-energie van zonnepanelen op het dak.
Historische Vereniging Zutphen